Als brandpunt wordt de temperatuur aangeduid waarbij de koelvloeistof na het ontsteken zelfstandig verder brandt (>5 sec.). De maximale bedrijfstemperatuur moet overeenkomstig de norm altijd 25 °C onder dit brandpunt liggen. (uitzondering: gesloten systemen van JULABO).
Het vlampunt (ook flashpoint) is de laagste temperatuur waarbij de ontstane dampen kortstondig (<5 sec.) kunnen ontbranden. Begrenzingsgegevens van JULABO thermische vloeistoffen liggen steeds onder het vlampunt en sluiten daarmee de bijbehorende risico's uit (uitzondering: gesloten systemen van JULABO).
Het kookpunt is de temperatuur waarbij een vloeistof begint te koken (met betrekking tot een omgevingsdruk van 1 bar).
De ontstekingstemperatuur is de laagste temperatuur waarbij de thermische vloeistof zelf ontbrandt en zonder warmtetoevoer verder brandt.
Bij gesloten systemen van JULABO bestaat er geen contact tussen de thermische vloeistof en de zuurstof uit de omgevingslucht, zodat in deze systemen de aangegeven brand- en vlampunten van de thermische vloeistof kunnen worden overschreden. Alleen in het interne expansiereservoir kan vanwege de constructie het contact met de omgevingslucht niet worden vermeden. Om hier het gevaar van ontsteking te voorkomen, wordt het expansievat bij JULABO-apparaten actief gekoeld (koudeolie-afscherming).